Poggio Bustone

De wandelroute naar de 16 km ten noorden van Rieti gelegen kluizenarij van Poggio Bustone loopt door de Apennijnen. Dat vraagt de nodige zweetdruppels, maar de weg slingert door bossen en over open velden met prachtige vergezichten op het dal van Rieti. Op voorhand weet de wandelaar dat PoggioBustone op een berghelling moet liggen. Het in veel plaatsnamen voorkomende woordje poggio is een oud Italiaans woord voor ‘balkon’.  Een plaatsje met poggio in de naam ligt dus op een berghelling. 

Een paar kilometer vóór Poggio Bustone ligt een fraai gerestaureerd kapelletje dat aan Franciscus is gewijd. Volgens de restaurateurs daalde Franciscus langs deze plek af naar het Rieti-dal. Niet alleen door het kapelletje ademt de plek een franciscaanse sfeer.

Een bord wijst naar de faggio Francesco, die enkele tientallen meters lager op de heuvel staat. De “beuk van Franciscus” is een speciaal gevormde boom met een kruin-omvang van 20 meter. Franciscus zou op deze plaats meerdere keren hebben gemediteerd .

Preghare semplice
De meeste indruk maakt op deze plek een in een kastje opgeplakte tekst van het preghare semplice. Het beroemde ‘eenvoudig gebed’ begint met de woorden: ‘Heer, maak mij een instrument van Uw vrede’,
Laat mij liefde brengen waar haat heerst’.

Het gebed verwoord op bondige wijze het vredesideaal van Franciscus. Het is een tekst die veel gebeden of gezongen wordt. Zo werd het gebed in 1997 gezongen bij de uitvaart van prinses Diana. De prachtige tekst is uitgesproken franciscaans van inspiratie, maar betwijfeld wordt of Franciscus de auteur is. Volgens geleerden is het ‘eenvoudig gebed’ afkomstig van een onbekende dichter uit het begin van de 20e eeuw.

Poggio Bustone is een stadje met een historisch 
hart,  prachtig tegen de bergen aangeleund. Door haar ligging heeft het plaatsje vele kleine straatjes, trapjes en kruip-door-sluip-doorwegen. Even buiten Poggio Bustone ligt het Convento di San Giacomo (klooster van St. Jacobus) waar Franciscus verbleef.

De overlevering vertelt dat hij-in het begin van de broederschap met zijn broeders naar Poggio Bustone ging. Zij waren weggetrokken uit Assisi omdat zij uitgemaakt werden voor “een soort wilden die zo uit de bossen weggelopen waren”. Als verschoppelingen kwamen Franciscus en zijn zeven broeders in 1208 in Poggio Bustone aan. Vertwijfeld vroeg Franciscus zich af hoe het met hem en zijn broeders nu verder moest gaan. In een visioen zag hij tot zijn opluchting dat zijn orde zou groeien en tal van grote mannen toetraden. In Poggio Bustone kwam al snel opnieuw  iemand bij de orde en toen waren er acht broeders. Franciscus verdeelde hen in vier groepen en zond hen uit om tot boetvaardigheid op te roepen.

Oorspronkelijk was in Poggio Bustone een kluizenarij van de benedictijnen. Franciscus mocht van de plaatselijke bevolking in het verlaten klooster gaan wonen. Toen Franciscus in Poggio Bustone aankwam, begroette hij de mensen met Buon giorno, buona gente (Goede dag, goede mensen). Ter herinnering hieraan gaat ieder jaar op 4 oktober een heraut langs de huizen van het dorp met een tamboerijn om de mensen zo te groeten.

De ruïne van de kluizenarij waar Franciscus met zijn broeders verbleef, werd in 1947 opgegraven en gerestaureerd. Een eenvoudig houten kruis markeert de plek waar de eerste franciscanen hebben gebeden. De meeste gebouwen die nu te zien zijn, stammen uit het einde van de veertiende eeuw. Het kloosterkerkje is gewijd aan Jacobus de Meerdere, voor een pelgrim naar Santiago een bekende heilige. Indrukwekkend zijn de uit 1640 stammende fresco’s met
episoden uit het leven van Franciscus.

Onderste en bovenste heiligdom
Het klooster wordt ook aangeduid als het “onderste heiligdom”. In de rotswand boven het klooster ligt het uit twee grotten bestaande “bovenste heiligdom”, dat dateert uit de tijd van Franciscus. Op die plaats kreeg hij het visioen dat zijn orde tot een grote menigte zou uitgroeien. De hele omgeving pelgrimeert hier op tweede paasdag naartoe. Tijdens de wandeling naar het “bovenste heiligdom” passeert de wandelaar zes kleine 17e-eeuwse kapelletjes, die met behulp van veel cement zijn gerestaureerd. In ieder kapelletje zijn merkwaardige stenen te zien waar de lokale traditie een wonder- verhaal bij gemaakt heeft. Zo zijn er stenen met een afdruk van zijn brevier, Franciscus’ elleboog en zijn voet. Wie het gelooft, mag het geloven. De stenen vormen in ieder geval een welkome afleiding tijdens de pittige wandeling over een steil rotsig pad.

Poggio Bustone is een plaats om lang te vertoeven. Weliswaar mengen zich “Wahrheit und Dichtung”, maar het blijft interessant om naast een stukje geschiedenis ook legenden te ervaren. De gehaaste
wandelaar mist veel.

De auteur voor het bord dat verwijst naar de Faggio

Leo Baeten