La Foresta

Op de dagtocht van Poggio Bustone naar Rieti passeert de wandelaar vijf kilometer voor het einddoel het klooster La Foresta.
La Foresta ligt verborgen in dichte bossen en eerst op korte afstand wordt het klooster tussen de bomen zichtbaar.

Tegenover de ingang staat een moderne beeldengroep van Franciscus die te midden van enige broeders het Zonnelied zingt. Sommige geleerden veronderstellen dat Franciscus in La Foresta (een deel van) dit prachtige loflied over broeder zon en zuster maan dichtte.

Naast het klooster vallen de goed verzorgde tuinen op en het gebouw is onitaliaans goed onderhouden. Voor de wandelaars staat de deur altijd open en voor een rondleiding is alle tijd.

In de tijd van Franciscus bestond La Foresta uit een kapelletje en een schuurtje waarin een priester woonde. In de veertiende eeuw werd het huidige klooster gebouwd. In het kloosterpand is het oude kapelletje meteen rechts van de ingang. Het staat loodrecht op de grotere kerk die uit de eerste helft van de veertiende eeuw dateert. In 1947 werd de kapel in de oorspronkelijke staat teruggebracht. De oude bodem is door enkele glasvensters in de huidige vloer te zien. Ook het schuurtje is nog te bezichtigen, alhoewel het in de loop der tijd wel aanzienlijk verbouwd werd.

Aan de achterzijde van het klooster leidt een trap naar een uit vier rotswanden bestaande spelonk. Het is een van de talloze verscholen plekken die Franciscus graag gebruikte om in alle rust te bidden. In de zomer van 1225 verbleef Franciscus enige tijd in La Foresta. Hij was pas drieënveertig jaar maar zijn lichaam was afgeleefd door zijn barbaarse levenswijze. Vermoed wordt dat Franciscus door zijn contacten met melaatsen ook deze ziekte opgelopen had. Daarnaast maakte een oogziekte het geringste licht een kwelling voor hem. Broeder ezel zoals Franciscus zijn lichaam noemde, verdiende evenwel geen zorg en hij weigerde geneeskundige hulp. Eerst na grote aandrang van kerkelijke autoriteiten stemde hij toe in een behandeling van zijn ogen door een arts uit Rieti. Franciscus ging op weg naar Rieti en toen hij de plaats naderde kwamen hem zo veel mensen tegemoet dat hij uitweek naar een kerk daar ongeveer vijf kilometer vandaan. Daar kreeg hij gastvrij onderdak van de priester die bij de kerk woonde. Volgens de traditie is de plaats waar Franciscus verbleef La Foresta.

Zodra de mensen hoorden dat hij daar verbleef, trokken ze er in grote getale heen om hem te zien, met als gevolg dat de wijngaard van de priester geheel verwoest werd. De priester was boos op Franciscus en betreurde het dat hij hem in zijn huis had opgenomen. De verwikkelingen in La Foresta zijn opgetekend in I Fioretti (De bloempjes), een in de tweede helft van de veertiende eeuw in de Toscaanse volkstaal geschreven bloemlezing van anekdotes en mirakelverhalen over Franciscus. Het boekje is van een kinderlijke eenvoud en heeft zich in een grote populariteit mogen verheugen. Het “bloempje” over La Foresta verhaalt dat de boze priester zijn beklag deed bij Franciscus. Die vroeg hem hoeveel vaten wijn de wijngaard opleverde wanneer de oogst op zijn best was. De priester antwoordde dat de beste oogst twaalf vaten bedroeg. Franciscus beloofde dat de pastoor dit jaar twintig vaten zou oogsten als de mensen mochten blijven. Hij was weliswaar naar La Foresta gegaan om de stilte te zoeken, maar kon het niet over zijn hart verkrijgen de mensen weg te sturen. Door de vele bezoekers werd de wijngaard zo vertrapt en leeggeroofd, dat er niet meer dan enkele magere trosjes over waren. Maar toen het tijd was om te oogsten, geschiedde het wonder! De priester deed de paar trosjesdruiven in de kuip en perste ze. En zoals Franciscus had beloofd, oogstte hij twintig vaten uitstekende wijn. In het schuurtje is de kuip nog steeds te bewonderen.

In onze tijd wordt La Foresta bewoond door een gemeenschap van jonge (drugs)verslaafden. Onder leiding van Franciscanen verblijven ze hier als voorbereiding op hun terugkeer in de maatschappij. Dat vraagt veel tijd: twee, drie jaar en soms nog langer. De jongeren werken in de tuin en onderhouden de gebouwen. Dit verklaart waarom de tuinen er zo mooi bijliggen en de gebouwen goed onderhouden zijn. De jongeren vormen een echte levensgemeenschap. Of iemand het gewone leven weer kan oppakken bepalen ze samen. De gemeenschap heet Mondo X Comunità di Vita, levensgemeenschap wereld X. De “X” in de naam verwijst naar de wiskundige x, de onbekende, de grootheid die gezocht moet worden. Door het samenleven en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor klooster en tuin worden de jongeren omgevormd tot mensen die hun verantwoordelijkheden in de maatschappij leren kennen. In La Foresta ervaart de passerende wandelaar dat mensen in de marge van de maatschappij extra zorg en liefde nodig hebben. Franciscus verzorgde liefdevol melaatsen: de uitgestotenen in de middeleeuwse maatschappij. Wat nu in La Foresta gebeurt is een letterlijke vertaling hiervan naar onze tijd.

Wat de Franciscanen hier doen is indrukwekkend. Tijdens de lange afdaling naar het overnachtingadres in Rieti heeft de wandelaar alle tijd om zijn ervaringen in La Foresta nog eens de revue te laten passeren. Het korte verblijf is een tastbare kennismaking met Franciscus: zijn eenvoud, zijn soberheid, zijn verachting van “broeder ezel” en zijn kunstenaarschap. Dat geleerden er over steggelen of Franciscus wel echt in La Foresta is geweest en of hij daar (een deel van) het Zonnelied heeft gedicht is voor de beleving niet relevant.

Leo Baeten

Auteur met zoon in La Foresta