Roel van Dijk – juni 2023

Ik vind de tocht een geweldige beleving. Het is bijna overal mooi! In die zin dus bijna eentonig….
De tocht is ook pittig. Veel zwaarder dan ik me herinner van mijn tochten naar Santiago de Compostela en Rome, die ik vanuit huis ooit heb ondernomen en 3x zo lang duurden. Toen klom je relatief kort, over de Pyreneeën en over de Alpen. Nu klim en daal je elke dag. Mijn voeten zien er inmiddels wat gehavend uit, met name door het geglibber op de oneffen rotsige paden en het vele afdalen. Dat had ik destijds helemaal niet.
Lees de blogs van Roel van Dijk
Ludo Veuchelen – mei 2023

Vanaf de eerste gids die werd aangekondigd eind jaren 1990 in een blad van de Grote Routepaden tot de laatste schitterende bewerking door Pieter Quelle en Ruud Verkerke werd ik gebiologeerd door het verhaal van Franciscus. Niet alleen als poverello (‘de arme’) zocht hij in de Apennijnen zijn weg naar contemplatie in een grot of kapel, maar ook bezocht hij in de vroege middeleeuwen de Paus in Rome. Daar zocht hij erkenning voor zijn leer van armoede met zijn Franciscaanse broeders.
De route van Roodenburg ondernemen is dus voor mij een echte pelgrimstocht en geen modieuze of toeristische onderneming. Zonder de bezieling van Franciscus kan men vele andere routes wandelen in Italië.
Vanuit de beschreven bezieling is het ook vanzelfsprekend dat de kloosters en eremo’s van Franciscus de ankerpunten zijn op de tocht. Absolute hoogtepunten voor mij waren La Verna, Assisi en Spoleto/Monteluco. Het meest spirituele deel is natuurlijk de beklimming van de Monte Subasio tussen Assisi en Spello, langs de Eremo dei Carceri. Naar Assisi terugkijken vanaf het grote kruis aan de top is een ervaring die je je leven lang meedraagt.
Roel Kamerling – oktober 2022

Karakter van de route
De route loopt door de Apennijnen en is heel stevig. Meer klimmen en dalen dan ik ooit gedaan heb, elke dag opnieuw en ook vrij stijl. De stukken zijn relatief kort maar, soms kan ik maar 100 m lopen en moet ik weer op adem komen. Geen afgronden ofzo, maar wel steile, rotsige paden. En dwars door prachtige bossen heen met veel uitzicht en hier en daar een dorpje, waarin vaak niets te krijgen is. Meestal neem ik mijn eten en drinken dus allemaal mee voor de dag. Elke avond is er wel een goede winkel ofzo en slaapplek.
De omstandigheden zijn dus behoorlijk zwaar, maar de natuur en het op mezelf zijn, gecombineerd met het “lijden door de inspanningen”, richten me erg op mezelf, naar binnen toe. Bijvoorbeeld bewust van mijn lichaam en wat dat allemaal kan, niet kan en nodig heeft. ik probeer er ook goed voor te zorgen. Of ook alleen al het besef dat ik anders ga kijken / denken als ik urenlang geen aanspraak of afleiding heb.
Lees de blogs van Roel Kamerling
José Nuijten – 2019 en 2020

Willen is kunnen, dacht ik. Wat kan me gebeuren? De meest gestelde vraag van vriend en vriendin was “Je gaat toch niet alleen?” Jawel, dus!
De eerste dag merkte ik hoe belangrijk het is geweest om mij voor te bereiden. De maanden maart en april stonden in het teken van kilometers lopen op mijn nieuwe Lowa’s en met volle rugzak.
Toch duurde het zeker wel tien etappes tot mijn lijf een beetje begon te wennen aan de werkelijk soms zeer steile klauterpaden, langs verlaten dorpen, vogelvolle beukenbossen, watervalletjes, beken die dwars over de weg liepen, rotspaden en modderige trappetjes. Het was gewoon heerlijk te stappen, omhoog, omlaag, bijna nergens vlak, bijna nergens asfalt, prachtige uitzichten, vaak met hulp van de gps op mijn telefoon, langs – over het algemeen – goed bewegwijzerde paden in de vorm van klodders gele verfpijlen, rood-witte markeringen, bordjes en noem maar op.
Het was heel zwaar. Iedere dag maakte ik de laatste loodjes mee, soms hardop zingend om mijn moraal op te krikken. Maar altijd, iedere dag opnieuw, voelde ik me ’s morgens weer sterk, energiek en vol vertrouwen dat ik de nieuwe uitdaging van die dag zou uitlopen, en vol trots steeds kon terugkijken. En elke avond als ik weer veilig binnen was, stuurde ik een appje naar mijn lief. Ik ben er!